Grote toename zzp’ers: ‘Flexibele schil is maatschappelijke norm geworden’
Het aantal flexibele werknemers is de afgelopen vijftien jaar toegenomen van 1,1 miljoen naar bijna 2 miljoen. In diezelfde periode werd vast werk steeds minder gewoon. Het aantal zzp’ers groeide van ruim 630 duizend in 2003 naar 1,1 miljoen in 2018.
Volgens de nieuwe Flexbarometer, die vandaag door CBS en TNO wordt gepubliceerd, is vooral het aantal werknemers met een vast contract, maar zonder vaste uren sterk gegroeid, en ook de tijdelijke werknemers zonder vaste uren en de oproepkrachten. Bij elkaar groeide deze groep van 443 duizend naar meer dan een miljoen mensen.
In de horeca (67 procent), specialistische zakelijke dienstverlening (50 procent) en sport en recreatie (64 procent) zijn flexers al de meerderheid; in de bouw en in de handel nog net niet. In sommige beroepen waarvoor weinig opleiding is vereist, vormen flexwerkers al de meerderheid, zoals keukenhulp, kassamedewerker of vakkenvuller.
Volgens onderzoeker Sarike Verbiest van TNO is Nederland inmiddels ‘kampioen van de flex-arbeid’. Waarom dat zo is, weet zij ook niet. ‘Sommige andere landen hebben vergelijkbare systemen, dus daar kan het niet alleen aan liggen.’
Kopieergedrag
Volgens Verbiest schakelen ondernemers naar eigen zeggen vooral zzp’ers in voor specialistisch werk waar ze zelf geen mensen voor hebben. Voor het opvangen van pieken kiezen ze voor oproep- of uitzendkrachten. ‘Maar vaak hebben ze helemaal niet zo’n grote flexibele schil nodig, omdat ze ook op andere manieren flexibiliteit kunnen organiseren.’ Ze vermoedt kopieergedrag bij ondernemers: ‘Dan hoor je dingen als: mijn concurrent werkt met een flexibele schil, dus moet ik dat ook. Het lijkt erop dat een flexibele schil de maatschappelijke norm is geworden.’
Grote impact voor de economie en voor de flexers kan het wel hebben. Flexwerkers verdienen minder dan mensen met een vast dienstverband. Bovendien: ‘Ondernemers investeren niet in flexwerkers, niet met scholing bijvoorbeeld. Hoe ze dat rijmen met hun klacht dat ze niet aan gekwalificeerd personeel kunnen komen, begrijp ik niet helemaal.’ Ze is ook bang dat een deel van de jonge flexers, door de afwezigheid van scholingsmogelijkheden, blijft hangen in de laag betaalde en kwetsbare baantjes.
Bron: Gerard Reijn